In de regio:


1938-1944, 1945-1996

207d.jpg 206d.jpg

Jules de Roeper

 

08-10-1914, Nijmegen

21-03-1996, Mook


Woonde in Malden, Heumen en Mook


Opleiding


Vrije Opleiding aan de Academie voor Beeldende en Bouwende Kunsten in Tilburg (1932-1938) waar hij o.a. les kreeg van Jan van Delft (portretschilderen); Academie voor Beeldende Kunsten in Antwerpen, Giovanni Schroth (houtsnijden) en Peter Roovers (beeldhouwen)


Hij werd in 1914 in Nijmegen geboren. Vanwege zijn zwakke gezondheid kreeg De Roeper vanaf zijn negende privéles. Hij ging naar het Canisiuscollege aan de Berg en Dalseweg, Op zijn achttiende ging hij naar de academie. Van directeur-architect Bonzel kreeg hij les in bouwkunde. Na de afronding van zijn studie vestigde hij zich in Malden. In de door hem voor zijn ouders ontworpen villa had hij een atelierzolder.In de eerste periode ontwierp hij veel paramenten voor het Amsterdamse atelier Backs en diverse kerken. Aan het begin van de tweede wereldoorlog ontmoette hij in Maastricht Peter Roovers die hem leerde boetseren en vanaf dat moment maakte hij ook keramisch werk. Hij assisteerde Roovers bij het maken van de Kruisweg rond de kerk van Katwijk.Als lid van de Herensociëteit Malden maakte de Roeper kennis met Louis de Bourbon, met wie hij goed bevriend raakte. Hij weigerde lid te worden van de Kulturkammer en moest onderduiken. In februari 1944 werd hij door de SD opgepakt en via Kamp Amersfoort op transport gesteld naar Kamp Zössen bij Leipzig. Met dysenterie werd hij naar het ziekenhuis in Halle gebracht, waar hij ook nog difterie kreeg. In het ziekenhuis werd hij bevrijd door de Amerikanen. Begin 1945 kwam hij in Malden terug.Hij ging aan het werk bij de Olde Kruyk in Milsbeek, waar hij na negen maanden ontslag nam om als zelfstandig kunstenaar verder te gaan; incidenteel kwam hij er ook later nog om een stuk te bakken. Hij werkte veel in opdracht voor particulieren en bedrijven. Hij trouwde in 1946 en kreeg vier kinderen. In 1952 nam hij het Maashuis in Mook over van Peter Roovers. In deze tijd maakte De Roeper veel tuinbeelden van chamotte en in 1957 sprookjesfiguren voor de Sprookjestuin in Beek.

De Roeper was deelnemer en mede-organisator van de Zomerexposities 1960-1965 in Plasmolen-Mook waarin werk van de oorspronkelijke Plasmolense schilders samen te zien was met dat van de latere kunstenaars. Naast zijn vrije werk was hij een jaren als docent creatieve therapie verbonden aan Medisch Centrum Dekkerswald te Groesbeek. Kort voor zijn jubileum nam hij afscheid; hij hield niet van huldigingen maar het werken met mensen gaf hem veel voldoening.De tijd van grote projecten was voorbij. De Roeper legde zich toe op schilderen, met name miniaturen (op ivoor) en ikonen. De laatste jaren leidde De Roeper een teruggetrokken leven.

De religiositeit die zijn leven kleurde, heeft De Roeper in vele beelden en schilderingen tot uiting gebracht.   

Hij was lid van de Federatie Noordlimburgse kunstenaars (1960-1966), de Noordlimburgse vereniging van Beeldend Kunstenaars Kyra (1969-) en de Stichting Kunst & Cultuur Limburg. Werk van zijn hand bevindt zich o.a. in de Rijkscollectie. In 2002 viel zijn beeld ‘Roofvogel’ (1967) in de kom van Mook ten prooi aan vandalisme.In het sterk verbouwde Maashuis werkt nu zijn zoon Marc de Roeper als meester-goudsmid.


Bronnen: Grenssteen 33; Sweerman / 2003; Regiodiek 7,21,22,23,98; Plasmolen 1962, 1963, 1965; Scheen; Jacobs / 1993; Jacobs / 2003; Plasmolen / 1982; Schilderachtig toerisme / 2002; Maas / 2001; Piron / 1995; Mook / 2003; Verbonden / 2000; Beelden / 1978; Sculptuur / 1990


Genre en techniek


(fijn)schilder en tekenaar: olieverf, aquarel, crayon, pen, krijt en houtskool; keramist en beeldhouwer: beelden in terra-cotta, majolica mozaiek, gasbeton, hout (o.a. eiken en acacia), gelast plaatijzer, koper, metaal, glastableaus en keramiek; toegepaste grafiek: ex-libris, huwelijksaankondigingen, geboortekaartjes, bidprentjes etc.; paramenten en vaandels; mens en dier zijn de centrale thema’s van deze naturalistische kunstenaar, vooral uit de ikonen spreekt zijn religiositeit, als portrettist werd hij zeer gewaardeerd


Exposities in de regio


De Til Ubbergen 1948, Plasmolen 1961, 1962, 1963, 1964, 1965, Commanderie van St. Jan Nijmegen 1980, Hotel Erica Berg en Dal 1982, Gemeentehuis Mook 1990, Documentatiecentrum Mook 1995 (solo), Gemeentehuis Mook 2001-